- De corporatie voert een draagvlakmeting uit als er uitgewerkte plannen zijn waarin projectspecifieke zaken zijn opgenomen en er een sociaal plan is.
- In een draagvlakmeting vraagt de corporatie of de bewoner instemt, niet instemt, of geen mening heeft over de plannen.
- Alleen zittende huurders met een vast huurcontract nemen deel aan de draagvlakmeting.
- Een onafhankelijke partij voert de draagvlakmeting uit. Dit om schijn van partijdigheid te voorkomen.
- De corporatie bepaalt in overleg met de bewonersvertegenwoordiging door wie en hoe de draagvlakmeting wordt uitgevoerd.
- De corporatie en bewonersvertegenwoordiging stemmen de vragen die in de draagvlakmeting worden gesteld met elkaar af.
- Het doel van de draagvlakmeting moet duidelijk zijn en daarom wordt de draagvlakmeting niet met andere onderzoeken / metingen gecombineerd (tenzij de bewonersvertegenwoordiging instemt).
- De 'aanvullende' draagvlakmeting is niet in de Kaderafspraken voorzien.
- Het 'aanvullend' onderzoek wordt niet door een onafhankelijke, onpartijdige instantie uitgevoerd.
- Het bij het 'aanvullend' onderzoek uitoefenen van druk op huurders door dreiging met een rechtszaak is in strijd met de Kaderafspraken.
- Over de wijziging van het beleid ten aanzien van de uitvoering van het Plan van Aanpak is geen overleg met de Bewonersvereniging gevoerd.
- Over de wijze van uitvoering van het 'aanvullend' onderzoek door medewerkers van de corporaties is evenmin overleg met de Bewonersvereniging gevoerd.
Het overleg met de HA heeft geresulteerd in een brief aan Wethouder Ossel van de gemeente Amsterdam, waarin zeer duidelijk stelling wordt genomen tegen het door Ymere en Eigen Haard georganiseerde 'aanvullende' draagvlakonderzoek. In deze brief worden de door de Bewonersvereniging aangevoerde bezwaren onderschreven. Deze brief is een belangrijke steun voor de zienswijze van de Bewonersvereniging.
Omdat de corporaties geen overleg met de Bewonersvereniging over de wijziging van het beleid ten aanzien van de uitvoering van het renovatieplan hebben gevoerd zal deze kwestie via de in artikel 8 van de Overlegwet beschreven geschillenregeling nog aan de kantonrechter worden voorgelegd.