Ontwerp


november 2010.


Het Plan van Gool is ontworpen door architect Frans van Gool in de tijd waarin in Amsterdam ook andere grote sociale woningbouw-projecten als de Bijlmermeer en Molenwijk werden ontworpen. Het komt maar zelden voor dat in de naamgeving van een bouwwerk of een complex de naam van de architect voortleeft. Dat op zich geeft al aan dat dit ontwerp van Van Gool heel bijzondere kwaliteiten heeft. Na het gereedkomen van de bouw heeft het complex nationaal en internationaal veel belangstelling getrokken; ook thans is dat nog het geval.

Het Bureau Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam werkt al enkele jaren aan de waarderingskaarten voor de AUP gebieden. Dit betreft woonwijken die tot stand kwamen op basis van het Algemeen Uitbreidings Plan (AUP) van 1935. Dit plan werd opgesteld door Cornelis van Eesteren. Voor Amsterdam Noord gaat het om de naoorlogse uitbreidingsgebieden Bannebuiksloot, Nieuwendam Noord, Plan van Gool en de Molenwijk. In deze uitbreidingsgebieden wordt de bebouwing door het Bureau Monumenten en Archeologie van een waardering voorzien. Bijzondere kwaliteiten komen vooral tot uitdrukking in een grote samenhang tussen de architectuur, de infrastructuur en de openbare ruimte, waarbij water en groen een belangrijke verbindende rol spelen. De bebouwing van de AUP gebieden wordt op basis van vier criteria gewaardeerd. Voor elk criterium kunnen 1 tot 5 punten worden toegekend. Bij een totaalscore van 18 tot 20 punten valt de bebouwing in Orde 1. De bebouwing wordt dan aangemerkt als een monument of als monumentwaardig.

De waarderingskaart voor Amsterdam Noord is inmiddels klaar. Aan het Plan van Gool is Orde 1 toegekend. Dat is een belangrijke erkenning van de bijzondere kwaliteiten van het omplex als een geheel. Wij verwachten  van  het stadsdeelbestuur en de corporaties dat zij zich de verantwoordelijkheid voor het behoud hiervan zullen aanrekenen.

Bijzondere punten.

Wat is er zo bijzonder aan het complex? Wij noemen de volgende punten:

  • De woongebouwen zijn niet ontworpen als galerijflats maar als een stapeling van twee lagen portieketagewoningen.

  • De tweede laag portieketagewoningen van de afzonderlijke woongebouwen is door luchtbruggen verbonden met de naastgelegen woongebouwen waardoor bovengronds ook één (openbare) straat is ontstaan.

  • Er is niet gekozen voor hoogbouw maar voor laagbouw; de woongebouwen bestaan uit in totaal vijf woonlagen.

  • De woongebouwen zijn strikt vormgegeven waarbij de gevel voornamelijk uit glas bestaat dat fijnmazig en harmonieus door een aluminium constructie wordt onderverdeeld die heel goed past bij de vele karakteristieke betonnen draagkolommen.

  • De indeling van de woningen.

  • Het open karakter ten opzichte van de bij het complex behorende buitenruimte.

  • De zeer royale en toegankelijke buitenruimte; Van Gool noemde deze buitenruimte de tuin van het complex.

  • Het bouwterrein grenst aan het stadshart van Amsterdam Noord waardoor veel voorzieningen binnen handbereik liggen.

Ook bijzonder is dat het complex tot nu toe nog vrijwel geheel in de oorspronkelijke staat verkeert. Er zijn wel wat veranderingen aangebracht: het plaatsen van een gemeenschappelijke portiekdeur, het beglazen van de oorspronkelijk met spijlen afgegrensde ruimte naast de gemeenschappelijke portiekdeur, het inrichten van afzonderlijke boxruimten in de voorheen grote openbare bergruimten. Maar dit heeft de oorspronkelijke opzet van het complex in geen enkel opzicht geschaad. In een artikel in OASE wordt dit alles verder toegelicht.

Beschrijving van het complex.

Het Plan van Gool is in de jaren 1966 tot 1972 gebouwd. Het complex bevat 1138 sociale huurwoningen, 24 atelierwoningen, enkele bedrijfsruimten en vier gemeenschappelijke ruimten ten behoeve van bewonersactiviteiten. Het complex bestaat uit twee delen.

Het eerste deel (aangeduid met de straatnamen Het Laagt en Het Hoogt) bestaat uit zes zelfstandige woongebouwen. Het tweede deel (aangeduid met de straatnamen Benedenlangs en Bovenover) bestaat uit vijf zelfstandige woongebouwen.

Beide delen worden verbonden door het Breedveld, een grote openbare ruimte waarop onder meer twee basisscholen zijn gevestigd en diverse voorzieningen voor sportbeoefening zijn aangelegd.

Ieder woongebouw is samengesteld uit twee lagen portieketagewoningen. De eerste laag portieketagewoningen omvat de woningen op de eerste en tweede woonlaag. Het afgesloten woningportiek, dat uitkomt op de straat op het maaiveldniveau, bevat een inpandige trap waarmee de woning op de tweede woonlaag kan worden bereikt. De tweede laag portieketagewoningen omvat de woningen op de derde, de vierde en de vijfde woonlaag. Ook hier is het woningportiek afgesloten en via inpandige trappen kunnen de woningen op de derde en de vijfde woonlaag worden bereikt. Het portiek komt uit op de bovengrondse straat die op de vierde woonlaag is aangelegd.

De bovengrondse straat kan worden bereikt via in ieder woongebouw aanwezige trappen en/of liften. Via luchtbruggen zijn de woongebouwen bovengronds onderling aan elkaar verbonden, waardoor ook echt één weg is ontstaan. Niet ieder woongebouw beschikt over een lift; in enkele woongebouwen bevinden zich twee liften.

De gemeenschappelijke trappen zijn deels aan de uiteinden van de woongebouwen gesitueerd en deels in het woongebouw aangebracht. Bij de inpandige trappen is een doorloopmogelijkheid aangebracht waardoor de in de openbare ruimte aangebrachte voetpaden onderling worden verbonden. Op maaiveldniveau zijn in de elf woongebouwen in totaal drie onderdoorgangen zonder trap naar de bovengrondse straat aangelegd waardoor naast voetgangersverkeer ook fietsverkeer mogelijk is.

Hier zijn plattegronden en foto's weergegeven. Deze geven een goed beeld van het complex.


Deze website gebruikt cookies en wij zijn wettelijk verplicht uw toestemming te vragen voor het plaatsen van cookies Lees onze Privacy Verklaring