Afsluiting

 

december 2010


Hier is de vraag aan de orde in hoeverre het afsluiten zich verhoudt met het oorspronkelijke ontwerp van het complex. Op de pagina Het Breed sociaal, afsluiten worden de praktische consequenties van het afsluiten besproken.

Voorop wordt gesteld dat het ontwerp gekenmerkt wordt door een zeer open verhouding tussen de bebouwing en de enorme en zeer toegankelijke openbare groene ruimte die voor velerlei doeleinden kan worden gebruikt. Niet voor niets noemde Van Gool de openbare ruimte de tuin van het complex. Die open verhouding vergroot de waarde van het wonen in het complex op een wezenlijke manier. Dit blijkt ook uit de bijzonder hoge waardering die het Bureau Monumenten en Archeologie aan het complex heeft toegekend. Op de pagina Het Breed bouwkundig, ontwerp is dit nader uiteengezet.

In meerdere opzichten botst het afsluiten met het oorspronkelijke ontwerp.

Tussen de woningen en de buitenruimte ontstaat hoe dan ook een barrière die het gebruik van de openbare ruimte zal beperken. Wanneer wij ervan uitgaan dat alle bewoners van Het Hoogt en Het Laagt eenzelfde sleutel krijgen en alle bewoners van Bovenover  en Benedenlangs ook eenzelfde maar andere sleutel, dan zullen zelfs de bewoners van het complex met enige regelmaat voor een dichte deur komen te staan. Dat kan alleen voorkomen worden door de looppaden in het openbare groen, die in principe op een van de woongebouwen uitkomen vermeden zullen worden. Ook het contact vanuit de woning met spelende kinderen wordt een stuk lastiger omdat de toegangsweg naar de woning voor die kinderen is geblokkeerd, tenzij een sleutel zou worden meegegeven. Het alternatief is dan spelen op de boven- of benedenstraat, maar die is daarvoor natuurlijk niet bedoeld.

Ook botst de afsluiting met het karakter van de bovenstraat. Dat is (nog steeds) een openbare straat waaraan de portieketagewoningen grenzen. In Amsterdam staan vele tienduizenden portieketagewoningen en geen enkele is afgesloten met een door hekken begrensde toegangsweg met een afgesloten deur. Het is een volstrekt wezensvreemde constructie.


De afsluitvoorziening.

De afsluitvoorziening betreft:

  • De bouw van een entreehal naast iedere lift. De entreehal wordt over de gehele breedte van de gevel aangebracht en is voorzien van een deur die met een sleutel kan worden opengemaakt. Via die deur is de lift en de buitentrap bereikbaar. De entreehal heeft een diepte van ruim drie meter. In de entreehal worden de brievenbussen geplaatst voor  alle woningen die aan de bovenstraat zijn gelegen. Voorts komt aan de buitenkant van de entreehal een  groot bellenpaneel en als aangebeld wordt dan kan de bewoner via een videofooninstallatie zien wie aanbelt en vervolgens besluiten de deur al dan niet open te doen. Door het aanbrengen van de vele brievenbussen in de entreehal verdwijnt voor de voetganger op de benedenstraat de open zichtlijn. Open zichtlijnen zijn natuurlijk veiliger dan onderbroken zichtlijnen.

  • Alle overige trappen naar de bovenstraat worden apart afgesloten; zonder sleutel van de draaideur (schuifdeuren zouden vooral voor minder goed ter been zijnde bewoners een stuk gemakkelijker zijn, maar deze oplossing was helaas net te duur) is de doorloop naar de andere kant van het woongebouw niet mogelijk. Aangetekend wordt hierbij dat bij enkele blokken, in het bijzonder bij blok  K, B en C de ruimte op de stoep te klein is voor het entreegebouw. Dat betekent dat bij blok K de toegangsweg zal moeten worden versmald waardoor het afzetten van schoolgaande kinderen op die plaats nog aanmerkelijk moeilijker en chaotischer zal worden dan nu al het geval is.



Deze website gebruikt cookies en wij zijn wettelijk verplicht uw toestemming te vragen voor het plaatsen van cookies Lees onze Privacy Verklaring